De Frozen Shoulder

Bij een frozen shoulder heb je pijn in de schouder, waarbij er uitstraling kan zijn naar de nek, de bovenarm of de hand en tintelingen in de hand. De pijn wordt steeds erger en je schouder verstijft. Het doet eerst alleen pijn tijdens het bewegen, maar later ook in rust.

Het wordt veroorzaakt door een ontsteking van de binnenkant – en later ook van de buitenkant – van het gewrichtskapsel (dit is het bindweefsel dat om een gewricht zit).  De ontsteking veroorzaakt verklevingen in het kapsel dat zich rond het gewricht bevindt. Hierdoor kan je je schouder niet goed meer bewegen en ervaar je bij de meest eenvoudige handelingen pijn. Een frozen shoulder herstelt bijna altijd vanzelf, maar dit kan heel lang duren; een half jaar tot 1 jaar, maar soms ook langer richting 3 jaar. Het is goed om, binnen de pijngrens, te blijven bewegen.

Een stijve schouder begint met pijn rond het schoudergewricht. Ook de bovenarm kan pijn doen. Het kan komen door zwaar werk, door werken met de armen boven het hoofd of door steeds dezelfde beweging te maken. De belangrijkste oorzaak van een stijve schouder is dat je niet meer kunt of durft te bewegen. Andere oorzaken kunnen zijn na een val op de schouder en het schoudergewricht daardoor is gaan bloeden, na een gebroken schouder, bovenarm of sleutelbeen. Bij diabetes mellitus, schildklieraandoeningen, epilepsie, de ziekte van Dupuytren, hart- en longaandoeningen of de ziekte van Parkinson komt een frozen shoulder wat vaker voor. Uit recent onderzoek blijkt dat ook langdurige stress een belangrijke rol kan spelen.

Het is dus belangrijk te blijven bewegen in de verschillende fases van de frozen shoulder, waarbij rekening wordt gehouden met de veilige belastbaarheid binnen de fase.De verstijvende fase duurt enkele weken tot wel negen maanden. De pijn in de schouder neemt langzaam toe. De pijn kan uitstralen tot in de bovenarm en zelfs de onderarm. Dingen als aan- en uitkleden, je haar kammen, je jas aan doen, iets op hoogte pakken en autorijden is pijnlijk. Je hebt ook pijn in rust. De bovenrug en nek kunnen eveneens pijn gaan doen door houdingscompensatie en/of uitstralingspijn. Je schouder wordt steeds stijver. In deze fase is het niet verstandig om je schouder te forceren. Te heftige oefeningen kunnen juist tot meer pijn leiden. Houd de bewegingen binnen de pijngrens. Deze fase draait om onderhoud van beweeglijkheid en pijncontrole. Massage kan verlichting geven. Bij te heftige pijn kan pijnmedicatie worden ingezet of kan zelfs een spuit worden gezet bij de huisarts om een betere nachtrust te hebben.

De bevroren fase duurt gemiddeld vier tot negen maanden. De pijn in de schouder neemt langzaam af, maar de stijfheid blijft. Je kunt geleidelijk intensiever gaan oefenen. Onderstaand een aantal oefeningen die je in deze fase kunt inzetten om herstel te bespoedigen:

Oefening 1:

Voor deze oefening heb je een tafel nodig. Zet het ene been voor het andere en kantel de bekken zodat je naar voren hangt. Houd met je gezonde arm de tafel vast. Laat je geblesseerde arm hangen en beweeg hem rustig van voor naar achter, waardoor hij als een soort klepel heen en weer beweegt. Stop zodra je je eigen pijngrens overschrijdt.

Oefening 2:

Ga stevig staan met de benen iets uit elkaar. Leg je handen in je nek en richt de ellebogen naar voren. Beweeg nu de ellebogen naar buiten. Herhaal de oefening tien keer of totdat je het gevoel krijgt dat het niet meer gaat.

Oefening 3:

Ga stevig staan en houd de geblesseerde arm naar voren. Pak nu met de andere hand de elleboog en duw deze zo dicht mogelijk tegen je aan. Hierdoor strek je het schoudergewricht. Het is niet de bedoeling dat je aan je arm trekt. Herhaal de oefening drie keer.

Oefening 4:

Ga liggen en pak met je gezonde arm de geblesseerde arm en probeer deze zo ver mogelijk over je hoofd te strekken. Hierbij geldt dat de gezonde arm de geblesseerde arm begeleidt, niet forceert. Herhaal de oefening tien keer.

De ontdooiende fase duurt gemiddeld vier tot twaalf maanden. Je merkt dat de beweeglijkheid van de schouder steeds meer toeneemt. Het heffen en op de rug brengen van je arm gaat bijvoorbeeld makkelijker. De pijn verdwijnt volledig en de beweeglijkheid komt langzaam terug tot (nagenoeg) normaal. Je kunt de normale bewegingen tijdens werk en sport weer uitvoeren. Zwemmen is een goede manier om alles soepel te houden.

Close Menu